Dus zó ziet het einde van de wereld eruit: onmetelijke weide- en akkerlanden die alleen bij de horizon stoppen. Met wegen zo recht, dat ik mij afvraag of men hier überhaupt de sensatie van een bocht kent. Al was het maar een flauwe. We fietsen door Natuurpark Veenland in Drenthe.

Natuurpark Veenland dichtbij Emmen
Een natuurgebied schuin onder Emmen, dat begint in Nederland en pas ophoudt in Duitsland. Een letterlijk grensoverschrijdend gebied dat wordt gesplitst door een langs een liniaal getrokken, kaarsrechte grens. Maar ook in figuurlijke zin is het grensoverschrijdend. Want gezegend met een geheel eigen sfeer en zeker voor Nederland met de minste inwoners per km2.
Met de trein reisden we tot aan Nieuw-Amsterdam, dat haar naam dankt aan Amsterdamse beleggers die rond 1850 het gebied als wingewest claimden. Turf was in die dagen het zwarte goud in dit deel van Nederland dat toen serieus onbewoond en onbewoonbaar was. Buurland Duitsland was minstens zo dun bewoond. Begrijpelijk dat deze streek zonder omhaal in identieke kavels werd opgedeeld. Een ingreep op papier, die tot op de dag van vandaag wel mooi de loop van alle (water-)wegen en fietspaden beslist.

Museumpark Veenpark
We zetten we koers richting museumpark Veenpark. Een openluchtmuseum, dat verbeeldt hoe het leven er vroeger in de veenkoloniën uitzag. Om een beetje in de stemming te komen van het veenkoloniale leven heeft men een kerk, kroeg, arbeiderswoningen en plaggenhutten nagebouwd. Een en ander wordt met overgave geromantiseerd door medewerkers die in kleding uit de vorige eeuw zijn gehesen. Het ziet er allemaal heel vrolijk uit, terwijl de werkelijkheid vast bitterder was dan witlof met spruitjes, afgeblust met een scheutje Campari.
Wat écht indruk maakt is de veenput die eveneens bij het openluchtmuseum hoort. Daar werd tot in de jaren ’60 van de vorige eeuw veen afgegraven. Nu laten vrijwilligers zien hoe dat eraan toeging. Als we oog in oog staan met een metershoge muur van veen, dringt pas de werkelijke impact van turfwinning tot ons door: deze grondsoort werd zonder dralen afgegraven om in huiskachels en fabrieksovens opgestookt te worden. Kachels en ovens die veelal 200 kilometer verderop stonden. In de huidige Randstad. Bij museumpark Veenpark is gelukkig nog een piepklein stukje veen bewaard gebleven doordat olie en gas de veenwinning overbodig maakten. Maar de rest van de veenlaag in Noord-Nederland, soms wel 20 meter dik, is definitief opgestookt. Zo verdween het veen.

Belevingsfietspad IJstijdpad
We springen weer op de fiets. Op naar het IJstijdpad, een belevingsfietspad met zwerfkeien die gletsjers langgeleden achterlieten en die shovels recentelijk bijeenveegden. Informatieborden vertellen het achtergrondverhaal. Daarna door naar de Collectie Brands. Een tentoonstellingsruimte met een bijkans hysterische verzameling munten, kaarten, sieraden, stenen… We zouden er acuut spullenblind van worden. Gelukkig maakt de enthousiaste uitleg van alweer vrijwilligers, het tot een bijzondere en fijne plek. Ook omdat het gebouw zo mooi in elkaar steekt.
De volgende dag neemt de sympathieke ranger Erik ons mee naar het Bargerveen. Hier wordt het veen niet afgegraven maar juist gekoesterd. Hier groeit het veen weer aan! We krijgen onze eerste veen-les. “Dit is levend hoogveen, een sponsachtig tapijt van veenmos. De plantjes kunnen wel veertig keer hun eigen gewicht aan water opzuigen.” Als bewijs pakt Erik een pluk levend veen en knijpt het leeg als een spons. Het lijkt alsof we naar een sieraad kijken. Het is een sieraad, gemaakt door de natuur. “De natuur, die kan er wat van!”, vat Erik het groene wonder samen, waarna hij het veenmos liefdevol terugplaatst.
Aardolie- en Aardgas museum
Door naar Duitsland. Net over de landsgrens ligt het grootste olieveld van onze oosterburen. Niet dat je daar als fietser iets van merkt. Gelukkig is er een museum dat niet het veen maar haar ‘modernere’ opvolgersals thema heeft. Ofte wel: het Aardolie- en Aardgas museum. Het is best wel technisch allemaal, maar dankzij een maquette die ook kinderharten vast sneller laat kloppen en de uitleg krijgen we een goed beeld wat er bij aardgas- en aardoliewinning komt kijken.
De Rühler Moor is next. Tientallen ja-knikkers begroeten ons. Tot onze schrik wordt hier nog altijd op commerciële basis turf gestoken. Dat doet gewoon pijn, nu we weten dat het duizenden jaren duurt voordat het teruggroeit. Nog los van de tonnen Co2 die in de turf ligt opgeslagen en die onvermijdelijk vrijkomt zodra de fik erin gaat.
Het fietst hier in ieder geval heel fijn. Er is nauwelijks verkeer; we hebben de natuur helemaal voor onszelf.
Emsland Moormuseum
Het laatste hoogtepunt is het Emsland Moormuseum, dat laat zien met hoeveel geweld veen ooit werd gewonnen. Er staat een originele Tiefpflug ‘Mammut’ opgesteld. Een reusachtig mes-op-wielen, trok het veen meedogenloos tevoorschijn. Het monster is bijna vijf meter hoog en ploegde 2,50 meter diep. Met hetzelfde gemak als een mes dat een punt uit een appeltaart snijdt. Op een video is te zien met hoeveel geweld dat gepaard ging.
Aanzienlijk vreedzamer gaat het eraan toe in de nabijgelegen kruidentuin Am Siedlerhof. Hier vertroetelt chefkok Helmut Backers met bezieling zijn groente en fruit. Maar ook eetbare zucchini- en goudsbloemen. Met minstens zoveel geestdrift laat hij zijn gasten ervaren dat Natuurpark Veenland ook fantastisch smaakt. Dit stukje Nederland-Duitsland is zeker de reis waard.
Tips van de auteur
- DOEN: Themapark “Internationale Natuurpark Veenland” | Excursie Bargerveen via staatsbosbeheer | Musea: Erdöl-Erdgas-Museum Twist, Moormuseum, Museum Collectie Brands | Kruidentuin: Bibelgarten Twist
- ETEN en DRINKEN: Theetuin d’Aole Pastorie (Buiten!) en Gasthof Backers (Superieur!)
- SLAPEN: Gasthof Robben, Gasthof Backers (beide heerlijk Duits!) en Veenloopcentrum (Basic!)
- ROUTE: Kijk hier
Door Robert van Weperen